Interview met Vanessa De Ruysscher, Directeur van Vokans

  • Wat is Vokans?

Vokans – voluit Vorming- en OpleidingsKANSen - is een HR-dienstverlener met meer dan 30 jaar ervaring in het begeleiden, trainen en coachen van werkzoekenden, werknemers en werkgevers.

En ik ben uiterst fier hier al 20 jaar deel van uit te mogen maken. Momenteel is dat in hoedanigheid van directeur, maar daar is het niet bij gestart natuurlijk. Mijn loopbaan bij Vokans startte als jobcoach in Brussel en Halle – Vilvoorde waar de uitdaging altijd al een heeft bestaan, de uitdaging om duurzame tewerkstellingskansen te creëren en waarbij “werken aan taal ” hierin een cruciale rol speelt. 

In die 30 jaar is onze dienstverlening naar werkzoekenden, werknemers én werkgevers in Vlaanderen & Brussel steeds verder uitgebreid en verankerd in de arbeidsmarkt.

De dag van vandaag bereiken wij jaarlijks zo’n 2500 werkzoekenden én werknemers.

Dit doen we via:

  1. Hefbomen aangestuurd vanuit VDAB (ik denk dan aan de openbare aanbestedingen, de begeleiding en bemiddeling van werkzoekenden waar taalcoaching een vast onderdeel van onze begeleidingsmethodiek is geworden, maar vooral ook aan “job- en taalcoaching op de werkvloer” 
  2. Ofwel via de samenwerking met sectorale fondsen 
  3. Of rechtstreeks op vraag van werkgevers zowel uit de profit- als non-profitsector of in opdracht van lokale besturen
  • Op welke manier is die taalondersteuning voor werkzoekenden een echte hefboom naar tewerkstelling?

Vanuit Vokans geloven wij dat werk een cruciale rol speelt in persoonlijke ontwikkeling en sociale integratie, evenals in economische groei. In onze samenwerking met Travi hebben wij bijvoorbeeld trainingen georganiseerd voor Oekraïners die in een latere fase worden tewerkgesteld als heftruckbestuurder, magazijnier of chauffeur. Deze trainingen moeten zich dan ook richten op de essentiële taal- of communicatievaardigheden die nodig zijn in de specifieke werkcontext (zoals veiligheidsinstructies begrijpen, gevaar signaleren, basis-opdrachten begrijpen, vragen durven stellen wanneer je iets niet begrijpt, specifieke woordenschat op de werkvloer, communicatie met collega’s/leidinggevenden, shiftoverdrachten begrijpen, maar ook praktische zaken zoals hoe meld je je ziek, wat moet je doen al je te laat komt).

Door ons te richten op de specifieke of relevante taal die nodig is in de werkcontext zijn werkzoekenden niet alleen beter voorbereid op de taken die ze zullen moeten uitvoeren, het verhoogt ook hun kans op tewerkstelling. Daarnaast draagt de taalondersteuning bij tot succes op een duurzame tewerkstelling, omdat ze zich sneller zullen kunnen integreren in het team waarin ze terecht komen en productiever zijn vanaf het begin van hun tewerkstelling. 

  • We willen natuurlijk dat er ook een taalondersteuning voor werknemers kan blijven en dat natuurlijk in functie van een duurzame tewerkstelling, welke dingen zie je daar werken?

Ik zou zeggen verder  investeren in taalondersteuning. Ik zie daar significante voordelen zowel voor de werknemer als voor de werkgever (of zijn werkvloer). 

Het perspectief van de werknemer: dit betekent dat onze taalondersteuning gericht is op de noden van de werknemer, de specifieke context en taken die moeten uitgevoerd, met wie moet samengewerkt worden. Dat betekent een praktijkgerichte aanpak, liefst met zoveel mogelijk actieve oefenmogelijkheden. We werken ook maximaal “op de werkvloer”, wat betekent dat onze coach vertrekt vanuit de dagelijkse realiteit waarin de werknemer zich bevindt en ons maximaal focussen op de directe toepasbaarheid in de praktijk.

En dat kan je allemaal niet organiseren als je het perspectief van de werkvloer, van de leidinggevende, van de collega’s, van de werkgever niet meeneemt in je aanpak of methode. Bij elk coachingstraject op de werkvloer gaan we van bij de start actief aan de slag met het bepalen van de doelstellingen die we voorop moeten stellen, zodat we heel gericht te werk kunnen gaan. Door gezamenlijke doelstellingen te bepalen en ook regelmatig terug te koppelen naar de werkgever, waar nodig bij te sturen, betrekken we de werkvloer en creëren we een draagvlak om een inclusieve en taalvriendelijke werkomgeving te realiseren.

Het bieden van leerkansen aan werknemers draagt bij aan een versterkt zelfvertrouwen, aan hun motivatie en betrokkenheid op het werk én draagt bij tot een positief perspectief op hun werk of verdere loopbaan.

  • En waarom werkt dat voor een werkvloer?

Werkgevers die investeren in taalondersteuning zorgen voor een beter functionerende en meer betrokken werkvloer. Door werknemers de tools en ondersteuning te geven om effectiever met elkaar te communiceren verhoog je de productiviteit (er komen minder onbedoelde “misverstanden” voor dan voorheen of de workflows verlopen “soepeler”) en verbeter je de werktevredenheid. Dit draagt bij aan een inclusieve werkcultuur, wat uiteraard op zijn beurt weer bijdraagt aan het aantrekken én behouden van die werkkrachten waar iedereen nu naar op zoek is. We zien toch wel dat werknemers die zich begrepen en betrokken voelen op hun werk (én zich ondersteund voelen) geneigd zijn om meer loyaal te blijven aan hun werkgever, hun collega’s.

Taalcoaching is één onderdeel van bouwen aan een inclusieve werkvloer.

De 4 domeinen/inclusieve acties die we uitvoeren zijn:

  1. Werving, selectie en onboarding (bv: via de jobmakelaar werkzoekenden aan werkgevers koppelen, zodat mensen de kans krijgen om te starten, vervolgens jobcoaching ivf onboarding)
  2. Training en ontwikkeling (al onze trainingen ivf-competentieversterking, bv. opleidingen rond teamwerking, attitudetraining, omgaan met diversiteit, …)
  3. Samenwerking en communicatie (taalondersteuningen en opleidingen, zoals ‘communicatie met anderstalige collega’s)
  4. Leiderschap en betrokkenheid (bv: leiderschapsprogramma’s bv voor teamleaders, mentorschap voor mentoren in organisaties, zodat zij hun mentorrol beter kunnen opnemen en nieuwe werknemers goed kunnen begeleiden)

Het is niet alleen belangrijk dat de werknemer Nederlands leert spreken. Het is ook belangrijk dat de werkomgeving (collega’s) stappen zet om de communicatie vlotter te doen verlopen. Dit gaat bijvoorbeeld over het aanpassen van het taalgebruik door trager en duidelijker te spreken, minder spreekwoorden te gebruiken, te herhalen, … Samen denken we ook na of er bepaalde tools kunnen ingezet worden om de communicatie te ondersteunen (bijvoorbeeld posters ophangen, een hulpfiche maken met bepaalde zinnen die ze veel moeten gebruiken, …).

  • Wat is jouw mening als we het hebben over een langdurig actieplan binnen de bedrijven?

In de wereld van vandaag waarbij duurzaamheid en veerkracht voorop staan lijkt het mij belangrijk om “inclusie” en “taalbeleid” meer verankerd te krijgen als evidenties in een personeelsbeleid.

Hierin is leiderschapstraining een belangrijk aspect. De betrokkenheid en het voorbeeldgedrag van directe leidinggeven, zelfs van mentoren op de werkvloer is van groot belang. Een duurzaam HR-beleid betekent investeren in “opleiding” en “ontwikkeling”. Via taalcoaching worden werknemers mogelijkheden geboden om hun taalvaardigheden te verbeteren. Dat is goed, maar verlies de andere groep werknemers en zeker de groep directe leidinggevenden niet uit het oog: ploegbazen, voormannen, hoofdverpleegkundigen (niet het C-level management).

Aanpak op alle niveaus: 

  • Werkgevers geeft anderstalige werkzoekenden kansen en zet in op training op de werkvloer.
  • Werknemers leren Nederlands op het werk.
  • Team krijgt ondersteuning via coaching en training (bv: training over klare taal, over samenwerken als team, over omgaan met diversiteit,)
  • Werkgevers krijgen ondersteuning (bv: verbindende communicatie, leiderschapstrajecten, mentorschap installeren in de organisatie)
  • Vokans denkt met organisatie na over een plan van aanpak voor heel de organisatie: welke stappen zetten ze best om als organisatie medewerkers aan te trekken en te behouden

Interview met Kathleen Heireman, Managing Director van het Business Language and Communication Centre (BLCC)

  • Kathleen, jij managet het Business Language and Communication centre, waar zijn jullie gevestigd en werken jullie enkel op Nederlands of hoe moeten we dat zien?

In principe geven wij alle talen, maar er is een grote focus op Nederlands, Frans, Engels die de belangrijkste talen zijn voor de bedrijfswereld. Duits is onze vierde taal. Nederlands is een sterke groeier de laatste jaren. 

BLCC is gevestigd in Kortrijk, maar onze cursisten zitten overal in Europa omdat we grotendeels virtueel werken. We trainen zo’n 6K cursisten per jaar en geven een kleine 3K trainingen per jaar, zowel individueel als in kleine groepjes. 

Oekraïense werkzoekenden hebben vaak een grote afstand tot onze arbeidsmarkt, om verschillende redenen en belemmeringen, waaronder beperkte of geen kennis van het Nederlands.

  • Hoe belangrijk is het dat taal ingezet als middel voor een specifiek doel, in dit geval om een job te vinden?

Taal is zelden een doel; altijd een middel om iets te bereiken. Hoe specifieker het doel, hoe beter: dan kunnen wij zeer gericht op maat werken én is de cursist ook veel gemotiveerder.

Nederlands blijft een belangrijke communicatietaal binnen de bedrijven, heel veel vacatures vragen Nederlands, dus je vergroot zeker je kansen op de arbeidsmarkt als je Nederlands leert/kent. 

Ook de werkomgeving moet een inspanning doen: collega’s moeten hun taal en spreekritme aanpassen; men moet ergens de bedrijfswoordenschat durven beperken (er worden bijv. 5 verschillende moeilijke termen gebruikt voor één concept) en ook waakzaam zijn over gebruik van standaardtaal (geen dialecten). Het gaat er ook om geschreven bedrijfscommunicatie taalkundig te veréénvoudigen. We stellen vast dat er op dit vlak nog bijzonder veel missionariswerk en sensibilisering nodig is bij de bedrijven. 

  • Kan je eens toelichten hoe jullie e-learning modules werken en hoe jullie daar dan bijvoorbeeld ook specifiek conversatieklassen aan koppelen rond het thema solliciteren?

We werken zeer graag via blended learning, waarbij we e-learning, dus zelfstudie, combineren met sessies met een docent. Belangrijk hierbij is dat de twee componenten inhoudelijk geïntegreerd zijn, bijv. E-learning ter voorbereiding van een sessie of ter herhaling van een sessie. Bijv. tijdens de sessie moet je absoluut focussen op het inoefenen van spreekvaardigheid en op het vergroten van zelfvertrouwen. Ook maatwerk vindt daar zijn plaats. Bijv. voor het thema solliciteren, brachten cursisten hun eigen CV mee, ging het over hun jobs, etc. Dat kan je niet via een e-learning module oplossen. Maar daar kan de cursist wel bepaalde sleutelzinnen en woorden blijven inoefenen, want een taal leren vraagt veel herhaling en vraagt inzet. Ook grammatica proberen we via e-learning te benaderen.

  • Heb jij zicht op wat er wel en niet werkte in het huidige aanbod van Travi en vooral kan je zeggen waarom niet of wel, vanuit wat je hoort van de cursisten?

Voor e-learning zien we heel veel individuele verschillen in leertijd. Dat is klassiek. Sommige mensen zijn echt gedreven en bouwen heel wat leertijd op. Anderen onderschatten dat je bijzonder veel discipline moet hebben om een succesvolle e-leerder te zijn. 

Voor de conversatieklassen zagen we dat de moeilijke thuissituatie van de cursisten soms gemaakt heeft dat er veel afwezigheden waren. Voor sommigen was het solliciteren op zich nog te ver weg. 

  • Kathleen, ik heb de indruk dat er soms een bepaalde tegenstrijdigheid is bij het doelpubliek. Men wil mensen aanwerven die al Nederlands kennen, maar de exposure en praktijk die ze op de job zullen hebben is key voor hun leerprogressie. Kan een cursus dat oplossen?

Cursus is maar een deel van de oplossing. Naast cursus is het belangrijk om voldoende exposure met de taal te hebben, om voldoende praktijk te hebben en ook om te studeren buiten de cursus. Het probleem is dat bedrijven verwachten dat mensen al Nederlands geleerd hebben, maar eigenlijk gaan de mensen pas echt Nederlands gaan leren als ze on the job voldoende praktijk hebben. Als ze in een job zitten, gaat hun motivatie om Nederlands te leren ook echt stijgen én zal het mogelijk zijn om echt de taal van hun job te leren. Dus de beste leeromgeving is net het werk.